Uiteten aan zee
Hoofdstuk 1 – Het Garnaalkrokettenincident
(of: Waarom Vladje nooit meer uit eten mag in Blankenberge)
Het begon, zoals alle slechte beslissingen, met Moira’s onschuldige glimlach en de woorden:
“Laten we eens gezellig uit eten gaan.”
Vladje keek op van zijn krant (“Duistere Tijdingen – editie voor vampiers met stijl”).
“Gezelligheid is een sociaal construct dat gecreëerd is om mijn lijden te verlengen.”
Huubje sprong van de bank.
“Is er eten bij?”
“Ja,” zei Moira opgewekt, “we gaan naar een restaurant aan zee! Ze hebben… garnaalkroketten!”
Luma gilde van enthousiasme.
“Garnaalkroketten! Dat zijn kleine, gefrituurde wolkjes geluk!”
Vladje fronste.
“Garnaal… dat is toch dat zee-insect dat eruitziet alsof het al drie keer gestorven is?”
“Precies,” zei Huubje. “Maar dan knapperig.”
🌊 Hoofdstuk 2 – Het Restaurant aan Zee
Het restaurant heette De Schelpendroom — een plek met scheepswielen aan de muur, plastic netten met nepvissen, en een serveerster die al sinds 1983 glimlachte zonder pauze.
Moira: “Wat een charmante sfeer!”
Vladje: “Het ruikt hier naar natte nostalgie.”
Luma had meteen een schaal mosselen besteld, omdat ze “met hun ziel wilde verbinden.”
Huubje vroeg om “alles wat knaagt, kraakt of kruipt.”
Vladje bestelde een glas water. Zonder water.
De serveerster keek hem vreemd aan.
“Dus… leeg?”
“Precies,” zei Vladje. “Zoals mijn hoop.”
🦐 Hoofdstuk 3 – De Kroketten des Doods
Toen kwamen de garnaalkroketten.
Gouden, dampend, geurend naar vakantie en cholesterol.
Luma keek ernaar alsof ze zojuist een religieuze openbaring had gehad.
“Ze… glimlachen naar me.”
Vladje rolde met zijn ogen.
“Dat is frituurvet. Niet alles met glans is magie.”
Huubje sprong op de tafel en hapte in één kroket.
Hij bevroor. Zijn ogen werden groot.
“ZE BRANDEN VANBINNEN! ZE WEREN TEGEN MIJ!”
Luma probeerde hem te helpen door eroverheen te blazen — maar haar glitterlipgloss vloog in de lucht en bedekte de halve tafel.
Nu leken de kroketten radioactief.
Moira zuchtte.
“Rustig blijven, iedereen. Het zijn maar snacks.”
Op dat moment barstte één kroket open.
Een sliert gloeiend garnaalspul vloog recht tegen Vladje’s gezicht.
Hij krijste.
“ZE PROBEREN ME TE BESCHERMEN TEGEN MIJN EIGEN DUISTERHEID!”
“Of tegen honger,” zei Huubje, nog steeds kauwend.
🔥 Hoofdstuk 4 – De Vlucht van de Frituurpan
De kok kwam aangesneld.
“Wat is hier gebeurd?!”
Vladje, druipend van saus:
“Uw zeewezens hebben mij aangevallen.”
Luma: “Ze voelden uw negatieve energie, denk ik.”
De kok: “Meneer, het zijn garnaalkroketten.”
Huubje: “Niet meer. Ze zijn geëvolueerd.”
Moira probeerde het goed te maken door fooi te geven, maar Vladje’s betaalkaart gaf opnieuw dezelfde foutmelding:
FOUTCODE 666.
De kassier keek haar aan.
“Mevrouw… is dit een grap?”
Vladje: “Nee. Dit is mijn vloek.”
De frituurpan begon te sissen. Niemand weet waarom.
Ze renden het restaurant uit, gevolgd door een serveerster met een dienblad vol dampende garnalen die gilde:
“U bent uw kroketten vergeten!”
Vladje: “Houd ze! Verbrand ze! Exorciseer ze!”
🌙 Hoofdstuk 5 – Epiloog aan Zee
Ze zaten op de dijk, met plastic bekertjes frisdrank.
De zon ging onder.
Luma gooide glitter in de wind.
Huubje had alsnog een garnaal gevonden in zijn jaszak en at hem met triomf.
Moira: “Nou, dat was toch weer een avontuur?”
Vladje staarde naar de zee.
“De mensheid frituurt wat ze niet begrijpt.”
“Dus… geen garnaalkroketten meer?” vroeg Luma.
Hij knikte ernstig.
“Vanaf vandaag staat er extra op de verboden lijst:
– En alles wat knispert.”
Huubje: “Zelfs chips?”
“Voor chips maak ik een uitzondering,” mompelde Vladje, terwijl een laatste garnaalkroket van de dijk afrolde — recht de zee in.
En ergens, diep onder de golven, zwoer een garnaal wraak. 🦐💀
Reactie plaatsen
Reacties