Winkelen bij de Floralux
πΌ Hoofdstuk 1 – De Bloemige Valstrik
Het begon, zoals alle rampen met veel potgrond en te weinig hersens, met een idee van Moira.
Ze bladerde door een tijdschrift en zuchtte diep.
“Onze tuin oogt... dood.”
Vladje keek op van zijn mok zwarte koffie.
“Precies zoals ik het wil.”
“Kom nou, een beetje kleur, een beetje leven! We gaan naar Floralux!”
Huubje stopte met aan een tafelpoot knagen.
“Floralux? Is dat te eten?”
Luma sprong op, ogen fonkelend als regenboogconfetti.
“Oeeeeh! Floralux! Dat is die magische plek met oneindig veel bloemen! En een afdeling met feeënpotten!”
Vladje zuchtte.
“Een tuincentrum. De hel, maar dan met bijen.”
πͺ΄ Hoofdstuk 2 – De Aankomst
Bij de ingang van Floralux werden ze meteen overspoeld door een muur van geur, kleur en mensen met winkelwagens die harder duwden dan moreel verantwoord was.
Moira greep een karretje.
“Laten we gewoon een paar plantjes nemen. Rustig aan.”
Twee minuten later had Luma al een kar volgeladen met:
-
drie orchideeën (“Ze glimlachten naar me!”),
-
een glitterende gieter in de vorm van een eenhoorn,
-
en een plant die zachtjes miauwde.
Huubje sprong in een display van tuinaarde.
“HEMEL! Dit ruikt naar modder en wanhoop!”
Vladje keek rond, vol afgrijzen.
“Overal groen. Het voelt alsof de natuur wraak neemt.”
Een medewerker met een eeuwige glimlach vroeg:
“Kan ik u helpen, meneer?”
Vladje: “Ja. Waar is de uitgang?”
π» Hoofdstuk 3 – De Kas van Chaos
Moira stond bij de kruidenafdeling.
“Oh kijk, munt! Dat is goed voor thee!”
Huubje beet in een basilicumplant.
“En voor knagen.”
Luma had zichzelf ondertussen ingegraven in een bloemenzee.
“VOEL DE LEVENSENERGIE! IK BEN ÉÉN MET DE PETUNIA’S!”
Een vlinder ging op haar neus zitten. Ze begon te huilen van ontroering.
Tot ze per ongeluk niezen moest.
De vlinder vloog… recht in Vladje’s oor.
Hij schreeuwde:
“ER ZIT NATUUR IN MIJN GEZICHT!”
Hij sloeg met zijn hand om zich heen, raakte een plank, en veroorzaakte een domino-effect van vallende bloempotten.
De halve cactussectie ging tegen de vlakte.
Huubje: “Mooi. Gratis wapens.”
π΅ Hoofdstuk 4 – Het Succulentendrama
Een medewerker probeerde de schade te beperken.
“Geen paniek! Alleen de vetplanten zijn gesneuveld!”
Vladje, met een cactus vast in zijn mantel:
“Het voelt alsof de natuur me persoonlijk haat.”
Moira: “Misschien moeten we even naar buiten, frisse lucht…”
Luma (met bloemenkrans op haar hoofd):
“Neeeee! Eerst nog naar de tuindecoratie!”
Ze sprintte weg, gevolgd door Moira. Huubje reed het karretje als een racewagen.
Vladje strompelde erachteraan, nog steeds vol prikkels — letterlijk.
π¦ Hoofdstuk 5 – De Vlucht van de Vlinders
In de decoratieafdeling ging het pas echt mis.
Luma zag een levende vlindertuin en dacht dat het open mocht.
Ze deed de deur open.
Drieduizend vlinders ontsnapten.
Moira: “LUMA!!!”
Luma: “VRIJHEID VOOR IEDEREEN MET VLEUGELS!”
Vladje stond midden in de storm van fladderende chaos.
“Ik ben een duister wezen! Geen zomerse attractie!”
Een kleuter wees naar hem.
“Mama, kijk, een blauwe vampierprinses!”
Zijn zelfrespect verliet het pand.
πΊ Hoofdstuk 6 – Kassadrama II: De Wraak van de Hortensia
Aan de kassa stonden ze met hun kar vol chaos:
-
een dode cactus,
-
een pot lavendel (“voor innerlijke rust”, aldus Moira),
-
een natte zak aarde,
-
en Luma, die glitters uit haar mouwen blies over alles.
De kassière keek strak.
“U heeft hier een... pratende plant?”
De plant: “Ik wil zonlicht en erkenning!”
Vladje: “Voeg stilte toe aan dat lijstje.”
Toen hij wilde betalen, weigerde de kassa zijn kaart.
“FOUTCODE 666.”
De kassière fronste.
“Dat heb ik nog nooit gezien…”
Vladje: “Dat is mijn standaardstatus.”
Huubje gromde naar de betaalterminal.
Die gaf prompt een rookwolkje af.
“Perfect,” zei Vladje. “Zelfs technologie pleegt zelfmoord bij ons.”
π§ Hoofdstuk 7 – De Snackoorlog in het Café
Om bij te komen gingen ze naar het Floralux-café.
Luma bestelde een smoothie met lavendel, liefde en hoop.
Huubje at iemand anders’ muffin.
Vladje vroeg koffie. Zwart. Zonder ziel.
Toen bleek dat de smoothie was gemaakt van “restanten van gisteren”.
Luma: “Ik proef... gisteren!”
Huubje: “Ik proef spijt.”
Vladje: “Ik proef dat ik naar huis wil.”
πΉDe Tuin der Wanhoop
Thuis plantten ze alles in de tuin.
Luma zong tegen de bloemen.
Moira gaf ze water.
Huubje begroef zijn bot tussen de hortensia’s.
Vladje zat ernaast, onder een parasol, met zonnebril en een glas bloed (of tomatensap, wie weet).
“Zeg Vladje,” zei Moira, “vind je het niet heerlijk, al dat leven?”
Hij keek naar de planten.
Eén begon zacht te trillen. Een andere leek hem aan te staren.
“Ze ademen,” zei hij somber. “Ik voel me bekeken door fotosynthese.”
Huubje: “Goed nieuws. De lavendel leeft nog.”
Vladje: “Nog even. Tot middernacht.”
β¨ Naschrift – De Verboden Lijst
Sindsdien geldt in hun huishouden:
-
Geen yoga.
-
Geen tuincentra.
-
Geen bloemen die terugpraten.
-
En Vladje mag nooit meer bij de kassa staan.
Want elke keer als hij “Floralux” hoort, roept hij:
“Dat is geen tuincentrum. Dat is een groen hellepoort!”
Reactie plaatsen
Reacties