π€£π₯ HOOFDSTUK – DE KOOKDATE DER TOTALE VERNIELING
(Of: Waarom ik voortaan mijn eigen eten bestel en mijn hart verhuur aan niemand, behalve misschien aan de bezorger van de afhaalchinees)
Het was een ogenschijnlijk rustige namiddag – of beter gezegd, die relatief vredige periode waarin ik wanhopig probeerde zeven achterstallige manuscripten bij te werken, terwijl Huubje onder mijn bureau met de intensiteit van een professioneel sloperijbedrijf aan de router knaagde en Luma ergens in een hoekje stond te glitteren simpelweg omdat ze ademhaalde, wat bij haar altijd leidt tot een lichtshow die elke discobal in schaamte doet ondergaan.
Ik had net – en ik zweer dit bij alle heilige koffiebonen – één enkele, eenzame zin weten te produceren die nog half acceptabel was, toen Moira de deur openzwaaide met de subtiele kracht van een middeleeuwse stormram die net een extra shot espresso heeft gehad.
“Hubertuuuus!” riep ze met die specifieke, opgewekte toon die steevast aangeeft dat mijn zorgvuldig opgebouwde, vredige bestaan op het punt staat om te ontsporen zoals een treinwagon vol clowns van een klif.
“We gaan iets leuks doen, iets sociaals, iets wat normale mensen doen zonder eerst drie uur in foetushouding op de vloer te liggen!”
Mijn ziel, die al jarenlang op proefbasis in mijn lichaam verbleef, besloot spontaan uit mijn lijf te zakken, door de vloer te dringen en zich rechtstreeks in de kelder te begraven tussen de spinrag en vergeet-mij-nietjes.
“Nee,” mompelde ik automatisch, met dezelfde energie als een Windows-update die je net na middernacht overvalt. “Wat het ook is, ik stem nee, ik ben hier niet, dit is een opname.”
“Een kookworkshop én date-event in één!” jubelde ze, waarbij ze haar armen spreidde alsof ze net de mensheid had gered in plaats van mijn ondergang in te luiden.
Mijn koffie, die net een seconde daarvoor nog een warme, troostende vriend was geweest, verstijfde in mijn hand alsof ze was veranderd in een standbeeld van teleurstelling.
Mijn ruggengraat deed onmiddellijk hetzelfde, gevolgd door mijn ziel, die ergens in de kelder spontaan begon te verroesten als een oude fiets in de regen.
“Koken kan ik niet,” protesteerde ik, “tenzij je het tellen van de brandalarmen als onderdeel van het recept beschouwt.”
“Daten wil ik niet,” vervolgde ik, “want mijn hart is een soort nationaal park waar momenteel geen bezoekers meer worden toegelaten wegens overmatige erosie en een manifestatie van emotionele everzwijnen.”
“Ademen lukt me nog net,” concludeerde ik, “maar alleen als ik er niet te hard over nadenk, anders vergeet ik het halverwege.”
Maar Moira, onverstoord, zwaaide haar bezem in het rond als een enthousiaste orkestdirigent die net is ontsnapt uit een instelling voor chronisch optimisme.
“Je moet! We moeten sociaal doen! De wereld zien! Mensen ontmoeten die geen huisdieren zijn of kabouters die per ongeluk in je kruipruimte zijn gaan wonen!”
Vladje stak zijn hoofd om de hoek van de deur, met een blik alsof iemand niet alleen zijn favoriete grafsteen had gestolen, maar er ook nog eens een vrolijk kleurtje op had gespoten.
“Wij? Sociaal? Weet ge nog de laatste keer? Ik ruik het trauma nog, het hangt in de lucht als de geur van verbrande hoop en te goedkope kaas.”
Huubje, die vanuit mijn bureau slechts één enkel woord had opgevangen – “eten” – schoot door de kamer met de onstuitbare vaart van een stekelige projectiel-rat die net heeft gehoord dat er ergens een gratis buffet is.
“Waar? Wanneer? Hoeveel? Is er saus? Mag ik ook wat van de restanten van de romantiek opeten?”
Luma zweefde binnen in volle glitter-modus, waarbij ze een lichtgevende wolk van opwinding achterliet die nog lang zou blijven hangen als een regenboog die zijn medicatie was vergeten.
“OOOH! DÁÁÁÁTEN! LIEFDE! EMOTIE! SOEPELTJES! ROMANTIEK!”
Ze glom letterlijk zo fel dat je er oogschade van kon oplopen, alsof iemand een discobal, een espresso en een kernreactie in een blender had gegooid en dan had vergeten het deksel erop te doen.
Ik sloot mijn laptop, niet uit vrije wil, maar met het gevoel van een ter dood veroordeelde die net heeft gehoord dat het laatste appèl is afgewezen.
Want ik wist, diep van binnen, met de zekerheid van iemand die al vaker door deze hel was gegaan, dat dit weer zo’n avond ging worden die ooit in een boek zou komen te staan onder de titel:
“Waarom ik geen therapie nodig heb maar wel een permanente veiligheidshelm, een evacuatieplan en een juridische waiver voor ik überhaupt mijn voordeur uitstap.”
π De Aankomst – Of: Hoe het al na twee minuten misging
De kookstudio, een plaats die de veelbelovende naam "Culinair Cupido – Kook je liefde vrij!" droeg, rook naar een mengsel van gedwongen vrolijkheid, dure olijfolie en collectieve wanhoop.
Ik, aan de andere kant, wilde vooral mijn vrijheid terug, bij voorkeur verpakt in een afhaalbox met extra friet.
Binnen zat al een zorgvuldig geselecteerd tiental mensen klaar op krukjes die zo ongemakkelijk leken dat ze ontworpen moesten zijn door iemand met een persoonlijke wrok tegen de menselijke ruggengraat. De man-vrouwverhouding was zo scheefgetrokken dat je er duizelig van werd; voor elke man die er onwillig bijhing, waren er minstens vijf vrouwen. Vijf. Alle vijf keken ze rond met een blik die iets tussen "Oh, leuk, vlees!" en "Ik ben hier omdat mijn vriendinnen zeiden dat er tenminste íémand met een baan zou zijn" uitstraalde.
Moira duwde ons met het enthousiasme van een herdershond die een kudde lammeren de afgrond in jaagt de studio binnen. "Hubertus, Vladje, gedraag jullie! En probeer alsjeblieft niet binnen vijf minuten te ontsnappen via het ventilatierooster!"
Vladje, wiens gezicht al sinds onze aankomst de uitdrukking had van iemand die per ongeluk een slok azijn had genomen in plaats van water, siste terug met de gepassioneerde overtuiging van een historicus: "De laatste keer dat ik me 'gedroeg', bestond Rome nog, en zelfs toen liep het uit op een catastrofe waarbij toga's in vlammen opgingen. Ik zie geen reden waarom dit vandaag anders zou eindigen."
π· De Vijf Vrouwen – Een korte maar traumatische opsomming
Helga – De Proteïne-Prinses
“Alles aan haar – van haar knalrode sporttop die schreeuwde ‘ik til meer dan jouw zelfrespect’ tot haar quadriceps die een eigen postcode leken te hebben – ademde krachttraining en gekookte kipfilet. Zelfs haar haar leek gespierd, en ik zou hebben gezworen dat ze knipoogde met haar biceps.
Ze pakte Vladjes arm, die eruitzag als een verfrommeld rietje dat net een crisis had overleefd, en kneep erin alsof ze een avocado op rijpheid testte terwijl ze zelf duidelijk nog nooit rijpheid had toegestaan in haar leven.
‘Jij bent slap,’ bulderde ze, met de tact van een hamer die een spijker ontmoet.
Vladje, zonder met zijn ogen te knipperen en met de kalme, droge stem van iemand die al eeuwen dezelfde fouten zag herhalen, alsof hij de geschiedenis zelf was die net een slechte grap had gehoord, antwoordde:
‘En jij bent een mislukte halter met emoties. Kun je überhaupt huilen, of pers je dan gewoon wat extra zweet uit?’”
“Ik wed dat je spieren hebt waar andere mensen een persoonlijkheid hebben,” voegde Vladje er peinzend aan toe, terwijl hij haar van hoofd tot teen opnam. “Fascinerend. Als onzekerheid een menselijke vorm had aangenomen, zou het klinken als jouw lach.”
Helga’s gezicht trok samen in een poging tot een boze frons, maar haar voorhoofd weigerde mee te werken – te veel botox.
Sandra – De Spirituele Soepfluisteraar
“Sandra – wier outfit eruitzag alsof een tie-dye explosie had plaatsgevonden in een yoga studio – was niet zomaar aan het koken. Nee, zij was een ‘Spirituele Soepfluisteraar’. Ze hield een gele ui tegen haar oor gedrukt en fluisterde: ‘Nee kleine ui, ik voel dat je nog te veel angst vasthoudt. Laat de trauma’s van het uit de grond getrokken worden los. Adem in… adem uit…’
Toen ze me aankeek, voelde ik me alsof ik per ongeluk in de verkeerde realityshow was beland. Haar blik zei: ‘Jij bent hier om te leren,’ terwijl mijn blik zei: ‘Ik ben hier omdat Moira me met een bezem heeft bedreigd.’
Zelfs de ui leek me nu aan te kijken met een uitdrukking van: ‘Serieus? Deze gast?’
Ik voelde me niet langer een mens, maar een bijpersonage in haar zelfhulp-salade – het soort dat na drie happen wordt weggegooid omdat het ‘niet vibede met de universele energie’.”
Bianca 2.0 – De Giller
“Bianca was het soort mens dat bij een stand-up comedy nacht zou applaudisseren voor de brandmelder. Alles wat ik zei, of niet zei, ontketende een tsunami. Toen ik mijn mond opendeed om ‘Ik denk dat het fornuis aan staat’ te mompelen, schaterde ze alsof ik net de punchline van het universum had afgeleverd.
‘HAHAHA! O god, je timing is GENIAAL!’
Ik had nog niet eens mijn lippen op elkaar gekregen of:
‘HAHAHA! ZO STIL! ZO MYSTERIEUS! JE BENT EEN WANDELENDE MIME-VOORSTELLING!’
Zelfs toen ik instinctief naar het mes keek, gilde ze: ‘HAHA! KIJK DAN! JE SPEELT MESJE, MESJE, WIE IS ER HET MEEST TRAUMATISCH? SUBLIEM!’
Ergens tussen haar vierde lachbui en het moment waarop ze letterlijk op de grond rolde omdat ik ‘te lang naar een wortel had gestaard’, overwoog ik serieus om mezelf in de oven te schuiven. Niet om te koken, begrijp me niet verkeerd, maar als een logische ontsnappingsroute. Zelfs de oven leek me aan te kijken met een blik van: ‘Kom er maar in, makker. Hier is het stil.’”
Patricia – De Plakker
“Patricia – wiens persoonlijke ruimte-bubbel blijkbaar eerder was geknapt dan een ballon in een cactuswinkel – had binnen tien seconden na de kennismaking een symbiotische relatie met mijn schouder ontwikkeld. Het was alsof ze door middel van een onzichtbaar biologisch lijmmechanisme aan me vastzat.
Toen ik, in een poging tot subtiele ontsnapping, één centimeter naar links gleed, gleed ze soepel mee – een menselijke weergave van ‘volgen’ in Google Maps. Ik schoof naar rechts; zij schoof naar rechts. Het was een surreële dans, alsof we verbonden waren door een onzichtbare tether die was uitgevonden door iemand met een persoonlijke wrok tegen persoonlijke vrijheid.
Vladje, die het tafereel gadesloeg, mompelde: ‘Ze heeft dezelfde aantrekkingskracht als een magnetron die net pingt – onverklaarbaar, maar onweerstaanbaar.’ Toen ik per ongeluk mijn elleboog optilde, dacht ik even ruimte te hebben gecreëerd, maar Patricia leek zich gewoon om de bocht heen te vouwen als een tevreden kat. Zelfs toen ik deed alsof ik iets op de grond had laten vallen, boog ze zich met me mee, terwijl ze zachtjes mompelde: ‘Laat me je helpen, ik zie het al – gedeelde frustratie is een prachtige eerste date-activiteit.’
Het hoogtepunt kwam toen ik naar de wc probeerde te ontsnappen. Ze volgde me tot aan de deur en zei: ‘Ik wacht hier wel. Soms is afwezigheid de meest intieme vorm van aanwezigheid.’ Ik heb nog nooit zo intens naar een toiletbezoek verlangd.”
DE KOOKSESSIE
Niet alle dates hadden we gedaan - ik was er namelijk al volledig klaar mee, het was kansloos, dus begonnen we maar aan de kooksessie. Alsof we van de regen in de drup belandden, en de drup bleek een orkaan.
Chef Giorgio (wiens snor leek op een wanhopige garnituur die net zelfmoord had overwogen) verkondigde de opdracht met het enthousiasme van iemand die nog nooit onze groep had ontmoet:
"Maak samen een romantisch pastagerecht! Laat de liefde door je vingers stromen zoals de olijfolie!"
De olijfolie stroomde vooral over de vloer, en de liefde was verdwenen nog voor de eerste tomaat was gesneden.
π³ HUUBJE VS. DE INGREDIËNTEN (EN DE CHEF)
Huubje, die het woord "samenwerken" blijkbaar had geïnterpreteerd als "eet alles wat niet is vastgenageld", klom op het aanrecht met de behendigheid van een stekelige ninja. Hij beet in:
-
de mozzarella (die nu leek op een zwitserse kaas),
-
de basilicum (inclusief pot),
-
en tot ieders verbazing: de chef zelf.
De chef krijste alsof hij werd aangevallen door een minuscule yeti. Huubje liet een luide boer van tevredenheid, en drie vrouwen vielen flauw - niet vanwege het gebit in Giorgio's arm, maar vanwege "het gebrek aan respect voor de culinaire kunsten".
π₯ LUMA'S ROESTVRIJSTAAL ROMANCE
Luma keek naar een soeplepel alsof ze net haar zielsverwant had gevonden. En de soeplepel keek, nou ja, terug in zijn eigen spiegeling.
"Ik... ik voel een verbinding," fluisterde ze terwijl ze het stuk metaal streelde. "Zijn rondingen... zijn glans... hij begrijpt me."
Ze knuffelde de lepel, draaide ermee rond in een soort van keuken-wals, en zong een lied over "onze onmogelijke liefde tussen mens en bestek". Toen de lepel per ongeluk op de grond viel, barstte Luma in tranen uit. Ze had liefdesverdriet van roestvrij staal - een nieuwe dieptepunt, zelfs voor haar.
π₯ VLADJES CULINAIRE MOORDPOGING
Vladje probeerde een tomaat te snijden met dezelfde elegantie als een dronken aap met een machete. De tomaat ontplofte in een regen van pulp en zaadjes, waardoor zijn cape eruitzag alsof hij net een misdaad had gepleegd.
"Waarom kijkt iedereen me aan alsof ik iemand heb vermoord?" vroeg hij onschuldig.
"Omdat je dat gezicht hebt," zei ik eerlijk. "En omdat je net per ongeluk drie keer een vrouw hebt geprikt met die vork."
"Het was een culinair experiment," verdedigde hij zich, terwijl hij de tomaten van zijn mouw veegde.
π¨ DE SCHEET VAN DE EEUW
Tijdens het roeren van de saus liet Huubje een scheet die zou worden herdacht in de annalen van de geschiedenis. Het geluid:
-
doofde twee kaarsen,
-
deed de snijplank vijf centimeter opschuiven,
-
en liet één kom spaghetti werkelijk wegstrompelen.
De pasta gleed van het bord, viel op de vloer en kroop richting de deur alsof hij zelfbewustzijn had gekregen en ontsnappingsplannen smeedde.
Sandra de Soepfluisteraar gilde: "DE SAUS RENT WEG! ZE HEEFT ANGST VOOR ONZE EMOTIONELE BAGAGE! IK VOEL HET!"
Chef Giorgio moest gaan zitten. Of flauwvallen. Of sterven. Zijn gezicht doorliep in tien seconden alle fasen van rouw.
π HET EINDRESULTAAT - CULINAIR TRAUMA
Toen we onze "romantische gerechten" moesten presenteren:
Helga zei tegen Vladje: "Met jou kan ik wel een stevig dieet volgen - van pure walging."
Vladje antwoordde: "Met jou kan ik immigreren naar een ander sterrenstelsel. Vandaag nog."
Bianca giechelde: "HAHA, kijk! Onze pasta ziet eruit als een gebroken hart!"
Ik mompelde: "Zo voel ik me ook. Alleen dan meer verbrand."
Sandra had een diep gesprek met haar soep ("Je smaakt naar onverwerkt trauma"), en Patricia zat nog steeds aan mijn mouw vast - letterlijk, er zat nu lijm op.
De chef keek naar onze creaties, en zijn ogen vulden zich met leegte. "Weet je..." kraakte hij, "...misschien is liefde niet voor iedereen weggelegd. Net als koken, blijkbaar."
πβοΈ DE VLUCHT VOOR DE VEILIGHEID
We mochten niet blijven voor de groepsfoto. Sterker nog: we mochten nooit meer terugkomen.
De chef wees trillend naar de deur. "Ga. Voor de veiligheid van de mensheid. En voor mijn pensioen. Ga nu."
Buiten zuchtte Vladje diep. "Ik ben 700 jaar oud en heb oorlogen, plagen en belastinginspecties meegemaakt, maar vandaag was de slechtste dag van mijn leven."
Ik knikte. "Ik ga deze avond opschrijven. Als waarschuwing voor toekomstige generaties."
Huubje liet nog een klein scheetje als afscheidsgroet, waardoor drie voorbijgangers zich omdraaiden van schrik.
Luma zuchtte naar haar reflectie in een raam: "Waarom laat iedereen me altijd vallen?"
En Moira, altijd de optimist, kondigde vrolijk aan: "Volgende week doen we iets nieuws! Ik heb gehoord van een free-fall parachutespring-cursus voor singles!"
Vladje en ik zeiden in koor, met de overtuiging van mensen die net de apocalyps hebben overleefd: "ABSOLUUT NIET."