“Weekendje Weg met Rampen: Brugge op z’n Kop”
De Voorpret (die er niet is)
Het begon, zoals de meeste rampen, met een idee.
En dat idee kwam van Luma.
“We moeten een weekendje naar Brugge! Zo romantisch, met kasseien, liefde in de lucht, en… wafelgeur!”
Vladje, die op zijn hoofd lag in een kist met oordoppen, reageerde zoals je zou verwachten:
“Ik wil liever mijn hoofd in een blender steken. Liefst een die nog werkt.”
Moira stond ernaast met een toverboek en sprak opgewonden:
“Brugge heeft een Heksenmuseum én een Foltermuseum. EINDELIJK vakantie met inspiratie!”
Huubje zei niks, maar liet een lichte boer die naar knoflook en mopperdeeg rook. Dat betekende ‘ja’.
Het Inpakken (of niet)
Luma had een lijst gemaakt: tandenborstels, zonnebrillen, elfenstof, knuffels voor de nacht en tien liter liefde in een fles.
Moira gooide alles gewoon in een ketel.
Huubje stopte drie dingen in zijn rugzak: een tandenstoker, een worst, en een boekje met de titel “Boze Gedachten voor Beginners”.
Vladje? Die pakte helemaal niks.
“Waarom? Alles wat ik nodig heb, is irritatie. En Moira zorgt daarvoor.”
Ze vertrokken uiteindelijk drie uur te laat, zonder koffers, zonder routebeschrijving, zonder Moira’s hoed en zonder Huubje’s medicatie tegen winderigheid.
De Autorit: Hel op Wielen
Vladje reed. Tegen zijn zin.
Luma zat voorin en zong liefdesliedjes naar vrachtwagens.
Moira las hardop uit haar boek “101 Spreuken voor op snelwegen”.
Huubje… zat achterin. En zag bleek. Héél bleek.
“Ik voel iets opborrelen,” gromde hij. “Iets deftigs.”
Luma draaide zich om: “Huubje, als je verliefd bent, moet je het uitspreken!”
“Ik sprak net iets uit,” zei Huubje. “Vanuit mijn… onderbuik.”
Een zacht, sissend geluid vulde de auto. Een geur als gekookte bloemkool en verdriet verspreidde zich.
Vladje gilde. Moira krijste. Luma probeerde het scheetje te omhelzen.
Ze stopten bij de eerste de beste parkeerplaats en vluchtten als katten uit een zwembad.
Een voorbijganger riep: “Heeft iemand hier een draak geslacht?”
“Nee,” mompelde Vladje. “Een egel heeft zich cultureel uitgedrukt.”
Aankomst in Brugge: Chaos op Kasseien
Ze kwamen Brugge binnen met platte banden (Huubje had per ongeluk op een parkeerbord geknaagd) en één werkende GPS die alleen Japans sprak.
Hun B&B bleek een oude molen zonder elektriciteit maar met een pratende kip genaamd Frans.
“Frans zegt dat jullie geen reservering hebben,” zei de eigenares.
“Ik zeg dat Frans zich met z’n eieren moet bemoeien,” bromde Vladje.
Ze sliepen uiteindelijk in een omgebouwde schuur, tussen zakken met bieten en een portret van Napoleon in onderbroek.
Heksenmuseum: De Ramp Echt Begint
Het Heksenmuseum leek veelbelovend. Voor Moira dan.
Ze liep binnen alsof ze Beyoncé was op een bezem.
“Mijn volk! Mijn verleden! Mijn toekomstige carrière als leider van het duister!”
Vladje keek rond. “Het stinkt naar geiten en vrouwen met plannen.”
Luma rende van vitrine naar vitrine en probeerde verliefdheid te strooien over alles wat bewoog. Een toerist werd spontaan smoorverliefd op een bezemsteel.
“Hij heet Barry,” zuchtte Luma. “Zo stoer. Zo... borstelig.”
Huubje had andere plannen. Hij begon aan de bezems te knagen. Eerst voorzichtig. Daarna met overgave. Binnen tien minuten had hij drie historische bezems tot mulch gereduceerd.
Een gids riep: “WIE DOET DAT?!”
“Een egel met trek en een gebrek aan respect voor cultureel erfgoed,” antwoordde Vladje.
Moira gooide een spreuk naar een groep kinderen. Ze veranderden tijdelijk in kevers. Luma maakte ze weer verliefd op hun oorspronkelijke vorm.
Lunch (mislukt)
Ze besloten te lunchen op een terras.
Vladje wilde alleen bloedsaus. Dat hadden ze niet.
Huubje at een servet.
Luma gaf de ober een kus, waarna hij verliefd werd op een ketchupfles.
Moira bestelde iets met tentakels dat begon te zingen.
Na 14 minuten werden ze vriendelijk doch dringend verzocht nooit meer terug te komen. En te betalen in volledige stilte.
Foltermuseum: De Grote Vernieling
“Ooooh! Kijk! Folterinstrumenten!” riep Moira blij. “Als een speelgoedwinkel maar dan voor volwassenen met agressie!”
Ze stormde naar binnen.
Vladje keek fronsend naar een middeleeuwse ijzeren stoel.
“Ziet eruit als m’n laatste date. Alleen met minder klachten.”
Hij ging erop zitten. Het ding sloot zich direct om hem heen.
“Serieus?! Is dit een val of een omhelzing met intentie?!”
Huubje begon te knagen aan de folterwerktuigen. Hout, ijzer, leer – alles verdween in zijn norse maag.
Luma keek naar een martelrek en fluisterde:
“Weet je… dit is ook een soort liefde. Pijn… maar met aandacht. En touwen.”
Iedereen zweeg even.
“Ik maak me zorgen om jou,” zei Vladje vanuit het martelstoeltje.
Een gids probeerde tussenbeide te komen, gleed uit over een appel (Luma’s schuld), en belandde met zijn hoofd in een middeleeuwse helm.
Nacht in de B&B
Terug in de schuur. Moe. Bedolven onder stof en sarcasme.
Moira zat een dagboek te schrijven met titels als “De ketel en de kinkhoorn – Poëzie van pijn”.
Luma lag verliefd te staren naar de maïskolflamp. “Hij straalt zó veel.”
Huubje lag te snurken en elke snurk eindigde met een fluitende scheet.
Vladje probeerde te slapen in een hangmat die Moira per ongeluk betoverd had.
Elke keer dat hij bewoog, schreeuwde de hangmat: “NEE VLADJE NEE VLADJE NEE VLADJE.”
“Ik haat Brugge.”
De Ontknoping: Terug naar Huis (of wat ervan over is)
De volgende ochtend vertrokken ze vroeg, omdat de kip Frans Henriette bleek te heten en duivels bezeten was. Ze gooide eieren als projectielen.
Luma huilde. “Ik ga Barry (de bezem) missen!”
Huubje had diarree van de martelwerktuigen.
Moira nam drie nieuwe ideeën mee voor spreuken (“Pijn bij maanlicht”, “Spruitjes der wraak” en “Tandsteenexplosie”).
Vladje zei alleen:
“Nooit meer. Nooit. Meer.”
Ze reden Brugge uit.
Na exact 12 minuten liet Huubje een klein, keurig scheetje.
Niemand zei iets.
Ze stopten. En vluchtten opnieuw uit de auto.
Reactie plaatsen
Reacties
I love it ! So funny