Weekendje Parijs – De Baguette der Wanhoop

Een Goed Idee Is Geen Goed Idee”

“Laten we naar Parijs gaan!” riep Luma op een ochtend, terwijl ze verliefde vlinders in Vladje’s soep strooide.

“Waarom zou ik naar een stad vol romantiek willen?” bromde Vladje. “Ik ben allergisch voor liefde en toeristen.”

“Daarom juist,” zei Moira met een grijns. “We kunnen naar de catacomben. Dood, duister, drama. Het wordt een droom!”

“Zolang ik m’n ontbijt krijg en niemand praat, prima,” gromde Huubje. Hij liet een scheetje dat een bloem van tafel blies.

Binnen tien minuten hadden ze per ongeluk een reis geboekt via een verdachte website genaamd ‘OuiWeGo’, waarbij “ontbijt inbegrepen” blijkbaar betekende: “we gooien een croissant naar je hoofd”.


“Vertrek uit de Hel (met files)”

De auto was volgepropt: Moira's toverboek, Luma’s koffers met hartvormige dingen, Huubje’s fopkegelcollectie en Vladje’s… niets. Hij had weer niks mee.

“Ik leef van wanhoop en koffie,” zei hij. “En ik haat beide.”

Onderweg ging het mis.
Moira vergat haar hoed, Luma haar vleugelspray, Huubje liet een ‘voorzichtig doch destructief windje’ los bij een tolpoortje, waardoor de medewerker flauwviel.

Bij een tankstation in België ontstond een incident toen Luma een pomp verliefd maakte op een vrachtwagen. Ze knuffelden tot er brand ontstond.

Ze reden verder onder begeleiding van drie politieauto’s en een verdwaalde kip.


“Aankomst in Parijs: Croissant of Crisis?”

Hun hotel heette “L'Hôtel de Charme Mystérieux”, maar bleek een vochtige kelder met één gloeilamp en een bed dat kraakte als een gewonde gans.

“Wat is dit?” riep Vladje. “Een horrorfilmset? Waar zijn de kakkerlakken met pianoles?”

“Ooooh dit heeft sfeer!” glunderde Moira. Ze trok een kist open en vond een spook. “Deze heet Gérard. Hij praat Latijn en vloekt in zijn slaap.”

Luma sprenkelde hartjes op de lakens. De lakens begonnen zich aan elkaar te hechten in een verontrustend ritueel.

Huubje probeerde het doucheputje op te eten en kreeg een shampoo-aanval.
Zijn hoofd rook naar lavendel en paniek.


“De Baguette der Wanhoop”

Tijdens hun eerste ontbijt gingen ze naar een bakkerij.
Luma rende naar binnen, riep “Bonjour baguette amour!” en viel flauw van geluk.

Moira koos een stokbrood dat gloeide.
De bakker fluisterde:

“C’est… de la baguette maudite… De vervloekte baguette. Wie hem eet, zal… klungelig en ongewild de waarheid spreken!”

Ze kochten hem. Uiteraard.

Huubje beet erin en zei:

“Ik heb Vladje ooit in z’n slaap aangekeken en gezegd dat z’n haar op een verwaarloosde rat lijkt.”

Luma nam een hap en riep:

“Ik ben verliefd op de Eiffeltoren! Die… puntige charmeur!”

Vladje nam uiteindelijk ook een hap (per ongeluk) en fluisterde:

“Ik mis mijn moeder. En ik huil bij reclames voor babyshampoo.”

Huubje zweeg.

“Niemand. Zegt. Iets,” gromde hij. “Of ik gooi die stokbrood in de Seine.”


“De Eiffeltoren – Hel op Hoogte”

Ze gingen naar de Eiffeltoren. Vladje werd al onwel bij het idee van een lift met vreemden.

“Waarom moet ik naar boven om dingen te zien? Ik wil juist NIETS zien. Dat is rust.”

Luma rende gillend omhoog, gooide hartjes naar elk trappetje. Een Amerikaan werd verliefd op een reling. Hij weigerde haar los te laten.

Moira sprak een spreuk uit waardoor het uitzicht een illusie werd van gruwelijke horrorbeelden.

“Kijk! Een wolk van huilende kabouters! Dit inspireert me voor een schilderij!”

Bovenin begon Huubje te knabbelen aan een reling, kreeg metaalvergiftiging en spuugde kleine moertjes uit.


“Het Louvre – L’amour en Lawaai”

In het Louvre werd het nog erger.

Luma viel in katzwijm voor een standbeeld van Apollo.
Ze sprenkelde elfenstof op hem en riep:

“Hij leeft! Hij lacht! Hij is de man van mijn dromen!”

Het standbeeld viel om. Op een beveiligingsrobot.

Moira probeerde de Mona Lisa om te toveren tot “Mona Mokkend” omdat ze vond dat die te vriendelijk keek.

Vladje gooide zijn baguette tegen een schilderij dat per ongeluk door een kunstcriticus werd gekocht als “moderne expressie”.

Huubje at een audiogids, en begon daarna met monotone stem kunstgeschiedenis te prevelen in het Latijn.


“De Catacomben – Huiver en Humor”

Moira was in haar element.

“Botten! Duisternis! Koude! Dit is een feestje!”

Luma probeerde skeletten verliefd te maken, en één begon inderdaad tegen haar te fluisteren. Ze gaf hem de naam Clément.

“Clément zegt dat hij me wil opgraven. Is dat geen romantiek?”

Huubje begon botten op te eten. Iedereen was in paniek – vooral de gids, die dacht dat een demon wakker was geworden.

Vladje werd in een smalle tunnel vastgezogen.

“Laat me hier maar. Dit is mijn lot. Een vampier-rozijn in een Parijs gangenstelsel.”

Een toerist probeerde hem eruit te trekken en kreeg een schoen in zijn gezicht.


“Hotelterreur Deel Twee”

’s Avonds terug in het hotel. De verwarming viel uit.
De lift deed een exorcismegeluid.
Het bed bewoog zelfstandig.

Vladje probeerde te douchen, maar de kraan spuugde mosterd.
Luma had per ongeluk liefde gesprenkeld op het stopcontact, waardoor de lamp verliefd werd op de koelkast.

Huubje zat vast in een lade. Hij liet elke tien seconden een wind.

Moira kreeg bezoek van Gérard, het Latijnse spook. Hij wilde meedoen aan haar nachtelijke ketelritueel. Ze gaven samen een concert met heksenfluiten.


“De Thuiskomst (of dat probeerden ze)”

Bij vertrek waren ze kapot, stinkend, en licht verdoofd door croissants van twijfelachtige oorsprong.

Onderweg ging het mis.
Huubje viel in slaap op het gaspedaal.
Luma probeerde liefde te zaaien in een Franse tolmuur.
Moira veranderde per ongeluk een verkeersbord in een krijsende draak.

Vladje zat met oordoppen en fluisterde:

“Als ik dit overleef… verkoop ik mezelf aan een klooster.”

Bij de Belgische grens werden ze aangehouden.
De agent keek in de auto en vroeg:

“Wat ruikt hier naar natte eekhoorn en rozenparfum?”

“Onze bandnaam,” zei Luma. “We treden volgende week op in Brugge.”

Thuisgekomen bleek dat hun huis overgenomen was door verliefde postduiven.

“Niet. Weer,” kreunde Vladje.



Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.